Het belang van beweging in de klas is niet alleen wetenschappelijk bewezen maar ook onmisbaar geworden voor het creëren van een gezond en productief leerklimaat voor kinderen. Voor docenten biedt dit waardevolle inzichten om kinderen beter te laten leren en hun welzijn te bevorderen. Beweging in de klas – variërend van korte oefeningen tot geïntegreerde bewegingsactiviteiten in leerstof – helpt leerlingen niet alleen hun energie te kanaliseren maar ook om effectief om te gaan met stress en prikkels. Vooral voor kinderen die moeite hebben met concentratie, zoals bij ADHD, blijkt dat kleine bewegingsoefeningen hun focus verbeteren en hen helpen om zichzelf beter te reguleren. Het is juist die combinatie van beweging en leren die kinderen niet alleen laat groeien op academisch vlak maar ook hun emotionele stabiliteit bevordert.
Het effect van beweging op het geheugen en de cognitieve functies is daarnaast opmerkelijk. Verschillende studies, waaronder die van de Rijksuniversiteit Groningen, tonen aan dat beweging direct bijdraagt aan een beter geheugen en leerproces. Door beweging te integreren in lessen, zoals met korte fysieke activiteiten of sensorische “brain breaks,” worden kinderen beter in staat gesteld om informatie vast te houden. Dit mechanisme, ook wel “embodied cognition” genoemd, zorgt ervoor dat kinderen niet alleen onthouden wat ze leren, maar zich ook meer betrokken voelen, omdat ze leren met hun hele lichaam. Deze aanpak heeft zelfs aangetoond dat kinderen die bewegen tijdens het leren tot wel twee keer zoveel onthouden als kinderen die stilzitten, en het helpt hen om concepten en taken creatiever en productiever te benaderen.
Bewegingsactiviteiten helpen daarnaast met het verminderen van stress. Uit onderzoek blijkt dat beweging de productie van endorfines verhoogt en cortisol vermindert, wat resulteert in minder spanning en angst bij kinderen. Dit betekent dat kinderen meer ontspannen en positief de les ervaren, wat vooral waardevol is in de drukke schoolomgeving. Beweging helpt kinderen om actief en energiek te blijven, waardoor ze beter bestand zijn tegen stressvolle situaties. Daarnaast blijkt uit studies van onder meer het Universitair Medisch Centrum Groningen dat beweging sociale vaardigheden kan versterken, doordat groepsactiviteiten kinderen aanmoedigen samen te werken, wat hen helpt om positieve sociale interacties op te bouwen.
Voor docenten biedt dit waardevolle handvatten: door beweging te verweven in het onderwijsproces wordt de klas niet alleen een plek van leren, maar ook een omgeving waarin kinderen zich fysiek en mentaal ontwikkelen. Bewegend leren maakt het lesprogramma interactiever en toegankelijker, vooral voor kinderen die baat hebben bij een multi-sensorische aanpak. Het resultaat is een leerklimaat waarin kinderen zich gehoord, actief en gezond voelen, wat uiteindelijk bijdraagt aan hun academische prestaties en algehele welzijn. Het implementeren van beweging is daarom niet slechts een aanvulling, maar een essentiële component om kinderen in de klas succesvol en gelukkig te maken.
Bronnen: BMJ Open Sport & Exercise Medicine, KQED, UMCG Groningen, Spaces4Learning, CoordiKids, Rijksuniversiteit Groningen, Norris et al., 2020, Best, 2010, Daly-Smith et al., 2018, Van den Berg, 2019.