Opdracht (doe om de beurt):

  • Ga 1 minuut rennen op je plek, plaats daarna je hand op je hart en voel hoe je ademt. Adem je snel of langzaam? Klopt je hart snel of langzaam? Wat merk je nog meer op aan je lichaam? Er is geen goed of fout.
  • Ga zitten met je hand op je hart en een hand op je buik. Adem langzaam door je neus naar je buik en blaas je buik op als een ballon. Adem weer langzaam en heel diep uit door je mond. Herhaal dit 4 x. Hoe voelt je lichaam nu? Voel je verschil? Wat voelt meer ontspannen?