Bijbehorende tekst video: In de vorige module heb je geleerd over verschillende breinen. Heel lang geleden, zeg 10.000den jaren terug, was het leven simpel. De omgeving was rustig en je had maar een paar taken die je op een dag moest doen: jagen, eten maken en slapen.
Nu zijn er overal de hele dag door prikkels die je moet verwerken.
Stel, je wordt wakker, je doet je ogen open, je moet je aankleden, eten en naar school, op school moet je over verschillende vakken leren, je moet onthouden, misschien zit je op een sport, je moet uitkijken in het verkeer, je praat met vrienden, je speelt spelletjes en je zit waarschijnlijk ook wel eens op een computer of je hebt een mobieltje. Pfffff het is nogal wat.
Alles dat beweegt, praat, informatie geeft of wat nieuwe situaties zijn geven je allemaal prikkels.
Prikkels komen binnen via onze zintuigen. Onze zintuigen zijn ogen, oren, mond, huid en neus. Met deze zintuigen maken we een beeld van onze omgeving om te bepalen of het veilig is.
Je lichaam spreekt met prikkeltaal naar je brein die dan weer bepaalt wat je ervan vindt, voelt, etc.
Je snapt dat je werkbrein het druk heeft. Het werkbrein wil maar 1 ding en dat is jou zo goed mogelijk van dienst zijn en zijn werk afmaken. Een werkbrein dat overprikkeld is denkt dus niet aan slapen. Een overprikkeld brein heeft moeite om te ontspannen.
Opdracht: film met je mobieltje eens een computerscherm en kijk het dan terug. Je ziet op de video dat over het scherm van de pc grote brede banen van boven naar beneden bewegen. Dit zijn verborgen prikkels. Je ziet het niet met je blote ogen zonder eerst een video op te nemen. De prikkels komen wel via de ogen binnen en je hersenen moeten dit dus allemaal verwerken.
Gelukkig kan je veel dingen doen om te voorkomen dat je brein overwerkt raakt.